De jaarlijkse Italdag van de Nederlandse merkenclubs van Italiaanse motorfietsen vond dit jaar plaats in het aan de Bergse Maas gelegen dorp Beusichem. Je kon ze er allemaal vinden, Ducati, Moto Guzzi, Benelli, Aermacchi, Laverda, MV, Motobi, Parilla, Moto Morini en dan vergeet ik er waarschijnlijk nog enkele tientallen want in Italië is in de loop der jaren een groot aantal motormerken de revue gepasseerd. Sommige merken hebben kunnen overleven en andere hebben het veld moeten ruimen en hun producten kunnen enkel nog bewonderd worden tijdens deze evenementen waar liefhebbers elkaar kunnen ontmoeten en elkaars tweewielers bewonderen. Het mooie aan dit evenement is dat je zowel klassiekers als nieuwer spul, zoals een Diavel of Multistrada, te zien krijgt.
Heel de week hadden we met spanning uitgekeken naar de weersvoorspelling voor deze zondag, en ja hoor, men voorspelde dat op zondag 21 augustus de wereld waarschijnlijk zou vergaan. Een paar dagen eerder waren er op het muziekfestival Pukkelpop, tijdens een kleine windhoos, een paar tenten op de hoofden van de festivalgangers in elkaar gedonderd en daarom zullen de weersvoorspellers deze keer geen enkel risico hebben willen nemen en de mensen eens extra de daver op het lijf hebben gejaagd. Vermits onze classics niet orkaanbestendig zijn hebben we dan maar met een paar vrienden afgesproken om in een koekblik naar ginder te rijden en aldus verzekerd te zijn van een droge thuiskomst en ook om niet de ganse daaropvolgende week de motorfiets uiteen te moeten vijzen om toch maar het laatste korreltje zand uit de machinerie te halen.
Nadat we het koekblik ginds hadden geparkeerd begon, onder een drukkende warmte, de prettige bezigheid van het "motortje kijken" waarbij er gelet werd op de zeldzaamheid van het uitgestalde en het al dan niet smaakvol gerestaureerd zijn. Er waren tientallen interessante motorfietsen te bekijken, sommigen gerestaureerd, anderen in originele staat en weer anderen door de eigenaar aangepast naar zijn persoonlijke smaak wat soms best te pruimen was en bij andere gelegenheden reden was om de kotsemmer boven te halen. Toen ik een paar foto's was aan het nemen van de Mille S2 voor de stand van dragracer Herman Jolink begon deze spontaan een babbel over de S2 die door hem nog altijd werd gebruikt om op vakantie te gaan, naar het niet zo nabije Marokko nog wel, en die, sinds hij hem begin jaren '80 had gekocht, ondertussen al een 190000km op de teller had staan. Dit alles met de originele zuigers nog wel. Een beetje verder stond een pas gerestaureerde rondcarter 750SS waarvan bij nader inzien frame- en kadernummer niet echt bleek de kloppen, een absolute vereiste onder kenners. Tegenwoordig zijn die dingen zoveel waard dat het de moeite loont om vervalsingen te produceren, koop daarom nooit een dure klassieker zonder eerst je huiswerk te hebben gemaakt. In nog een andere rij was een heuse zelfbouwmotor te bewonderen die voorzien was van een Alfa Romeo viercilinder boxer motor. Erg licht zag hij er niet uit maar wel heel speciaal. Er wordt wat afgeknutseld daar in de Nederlandse schuurtjes. Ook een Moto Guzzi Falcone voorzien van een compressor was een leuk stukje huisvlijt.
In de vroege namiddag begon het terrein leeg te lopen omdat iedereen voor armageddon thuis wou zijn en dus besloten ook wij dat er genoeg gezweet was en togen we in het van airconditioning voorziene koekblik huiswaarts. Na thuiskomst mocht ik constateren dat er praktisch geen enkele druppel was gevallen en dat het einde der dagen voor een andere keer zal zijn. Voor volgend jaar hopen we nu al op beter weer of op zijn minst een betere weersvoorspelling.
Patrick Fret.