Ducati stand op oldtimerbeurs Wieze 2005
Wat er op de DCV showstand te Wieze stond aan mooie Ducati's mocht gezien worden en zou zeker niet misstaan hebben in het Ducati fabrieksmuseum te Bologna. We hadden op onze stand om te beginnen twee Cucciolo's (en nog een apart motorblok), de ene een eigen fabrikaat kindermotor en de andere één van de eerste Ducati's (toen nog onder de naam Siata) die er in België rondreden. Deze Cucciolo is in 1951 gekocht door een zekere Eduard Mortelmans in een winkel in het Antwerpse (een Ducati store avant la lettre als het ware), en deze heer heeft, tot aan zijn dood begin jaren negentig, met deze motor (brommer) een 200000km bij elkaar gereden en deze Cucciolo is dus bij mijn weten de Ducati die het langst aan één stuk in België in gebruik is geweest. Dan hadden we de 65TS en 125T die al echte motorfietsen zijn en een motorblok bezitten waarvan de kleppen bedient zijn door stoterstangen (zoals bij de toenmalige BMW's en Engelse motorfietsen). In 1957 heeft Ducati zijn eerste ééncilinder productie motorfietsen met een motorblok waarvan de nokkenas aangedreven wordt door middel van een koningsas uitgebracht en daarvan hadden we twee vertegenwoordigers (zogenaamde smalcarters) die waren omgebouwd naar racers in de stijl zoals het in jaren zestig gebruikelijk was, allebei prachtige motoren. Voor de liefhebbers van volledig originele motoren hadden we ook een 175TS wat een toermodelletje was dat Ducati voor de minder sportief aangelegde tifosi heeft gebouwd (niet iedereen hangt graag over clips-ons gebogen). Een beetje verder stond een vertegenwoordiger van de Scrambler productielijn, en deze motoren zijn voor een deel geproduceerd in de Spaanse Mototrans fabriek die Ducati's onder licentie heeft gebouwd tot in de jaren tachtig (ééncilinders en parallel-twins). En dan stond er het zware werk met om te beginnen de eerste productie V-twin koningsasser de 750GT(1971), nog een Ducati met uitgesproken “toer” karakter e en motor die e en verre voorloper is van onze huidige Ducati's en die ook de eerste Ducati is met een schijfrem in het voorwiel. Een paar jaar later bracht Ducati dan de 750S uit, die een uitgesproken sportief karakter had en die tot de mooiste Ducati's aller tijden mag gerekend worden. Het exemplaar op onze stand was juist gerestaureerd en de eigenaar had hem voor de eerste keer (gerestaureerd) gezien wanneer hij hem bij Jecomoto ging ophalen om hem naar de beurs in Wieze te brengen. Het eerste model “vierkantcarter” koningsasser dat op onze stand stond was de 860GTS, in sommigen hun ogen niet direct de meest geslaagde creatie van Ducati design, maar wel een zéér gebruiksvriendelijke (en zeldzame want de meeste zijn omgebouwd) toermotor. De tentoongestelde motor had dit jaar succesvol de heruitgave van Millaan-Taranto meegereden (vandaar de racenummers op kuip en koffers). En dan waren er de vertegenwoordigers van de SS koningsasser-familie (geen relatie met de latere riempjes versie) die aanwezig waren in 750 (zéér beperkte productie) en 900 (de bekendste) versie. Een zéér speciale motor was de 900SS waarmee endurance wedstrijden waren betwist en die was uitgerust met een volle kuip en hoge uitlaten (om de grondspeling te verbeteren). De beide 900 Mike Hailwood Replicas waren tentoongesteld naast een nieuwerwetse MHe uit 2000, wat een leuk contrast was. Beide MHR's waren op het eerste zicht gelijkaardig maar de latere versie had andere carters en was de voorloper van de beperkt geproduceerde Mille (Ducati stond toen op de rand van het faillissement). Een Darmah stond er niet op de stand maar wel een SSD, wat eigenlijk een Darmah is met een motor met de specificaties van het 900SS blok en een halve kuip. De parallel-twin familie was vertegenwoordigd door een 500SD de mooiste uitvoering die ontworpen was door Tartarini die ook het design van de Darmah had getekend. De eerste riempjesmotoren waren de Pantah's waarvan we 500- en 600cc versie mochten tentoonstellen samen met hun verdere ontwikkelingen de F1/F3 reeks. Een F3 is een goedkopere versie van de F1 met een 350/400cc blok (de 400 was bestemd voor de Japanse markt) en goedkopere onderdelen voor het rijwielgedeelte (vering). Van de F1 reeks hadden we twee uitvoeringen die in beperkte productie zijn gebouwd en die bedoeld waren om ingezet te worden in de toen populaire Battle of the Twins races die in de meeste landen werden gehouden. De eerste van die beperkte serie was de Montjuich (genoemd naar een Spaans circuit waar Ducati veel overwinningen heeft behaald) en die geproduceerd is in een oplage van 200 stuks. En de tweede was een Laguna Seca (genaamd naar een Amerikaans circuit) die door de eigenaar was voorzien van de nodige “aftermarket” onderdelen en waarvan Ducati 296 exemplaren heeft kunnen slijten. De F1 reeks was het laatste type motor die door Ducati is ontworpen voor de overname door de broertjes Castiglioni en geldt bij sommigen als de laatste van de “klassieke” Ducati's (punt van discussie zeker nu de Paso en co ook al een dagje ouder worden). De opvolger van de F1, de 750S, stond er ook te blinken, net als een paar 888SP's (prachtige motoren) en de chronologische rij werd gesloten door een 916Senna. Voorts mochten we ook een paar Ducati/Cagiva Alazzurras tentoonstellen, wat eigenlijk gewoon iets anders aangeklede Pantah's zijn, en hadden we een motorblok van een Muletto staan wat een zéér zeldzame Ducati driewieler was die is gebouwd om goederen te vervoeren (Vespa had iets gelijkaardigs, maar hun product lag beter in de markt).
Hierbij wil ik iedereen die heeft meegewerkt om de stand op te bouwen en al de mensen die hun motoren ter beschikking hebben gesteld 1000 keer bedanken, zonder jullie hulp was dit niet mogelijk geweest.
Patrick Fret.
Zie ook Fotopagina Ducati Classics op Oldtimerbeurs Wieze 2005